De taal van Hellendoorn

In De taal van Hellendoorn wordt het Hellendoorns van alle kanten belicht: grammatica, klanken, uitspraak, spelling enz. Er zijn hoofdstukken over persoonsnamen, veldnamen en bijnamen, waar ook de bijnamen van veel dorpsfiguren aan de orde komen. Uiteraard is er uitgebreid aandacht voor het werk van dichteres Johanna van Buren.

Duidelijk gemaakt wordt dat het Hellendoorns en het Nederlands gelijkwaardige taalsystemen zijn. Hellendoorners kunnen trots zijn op hun moedertaal. Het boek overstijgt in zijn doelstellingen het Hellendoorns. Wat voor deze dorpstaal geldt, is van toepassing op alle streektalen. Daarmee is dit boek ook van regionaal belang.

Hoofdstuk 1.	Inleiding	13
Hoofdstuk 2.	Hoe mensen naar hun moedertaal kijken	17
Hoofdstuk 3.	Het Hellendoorns als taal	27
Hoofdstuk 4.	Het Hellendoorns als Sallandse streektaal	41
Hoofdstuk 5.	Klanken, uitspraak en spelling	51
Hoofdstuk 6.	Zinsdelen en zinnen	61
Hoofdstuk 7.	Woordsoorten	85
Hoofdstuk 8.	Woorden en hun opbouw	89
Hoofdstuk 9.	Zelfstandige naamwoorden	95
Hoofdstuk 10.	Bijvoeglijke naamwoorden	99
Hoofdstuk 11.	Bijwoorden	105
Hoofdstuk 12.	Werkwoorden	111
Hoofdstuk 13.	Voornaamwoorden	115
Hoofdstuk 14.	Lidwoorden	127
Hoofdstuk 15.	Telwoorden	129
Hoofdstuk 16.	Voorzetsels en achterzetsels	135
Hoofdstuk 17.	Voegwoorden	137
Hoofdstuk 18.	Tussenwerpsels	141
Hoofdstuk 19.	Verkleinwoordvorming	143
Hoofdstuk 20.	Meervoudsvorming	153
Hoofdstuk 21.	Woordgeslacht	157
Hoofdstuk 22.	Vervoeging van de werkwoorden	167
Hoofdstuk 23.	Verschijnselen binnen het domein van zin en woordgroep	189
Hoofdstuk 24.	Honderdvijftig vergeten Hellendoornse woorden	193
Hoofdstuk 25.	Namen	207
Hoofdstuk 26.	Het Hellendoorns in fictie en non-fictie	235
Hoofdstuk 27.	Het Helders volkslied en de dichter Hendrik Aalders	261
Hoofdstuk 28.	Verdiepingsliteratuur over het	271
	Verantwoording illustraties en vertaalde teksten	279
	Literatuurlijst	283

De taal van Hellendoorn

Inhoud